Verhuurder Frans heeft een woning voor een jaar, dus voor bepaalde tijd verhuurd aan Karin. Frans stuurt Karin, aan het einde van de periode, netjes binnen de wettelijk gestelde termijnen een brief per gewone post om de huurbeëindiging te bevestigen. Ook stuurt Frans de brief naar het e-mail adres van Karin, welke vermeld staat in de getekende huurovereenkomst.
Karin stelt nu echter dat ze zowel geen brief als een mail van Frans heeft ontvangen over beëindiging van de huur en weigert te vertrekken.
En nu? Normaal gesproken moet Frans aantonen dat tijdig de aanzegging van het einde van de huurovereenkomst gedaan had. Karin zei dat het e-mail adres dat Frans gebruikt had niet haar e-mail adres was. Karin stelt ook dat het e-mailadres in de huurovereenkomst een verkeerd e-mailadres was en niet bekent was bij haar. Verder moet Frans natuurlijk aan kunnen tonen dat de brief met de opzegging ook daadwerkelijk is aangekomen. Dit gaat moeilijk, gezien het feit dat Frans de brief niet aangetekend heeft verstuurd.
Uiteindelijk moest de rechter er aan te pas komen om een oordeel te vellen. De rechter stelde dat er niet bewezen hoefde te worden dat het e-mailbericht was ontvangen. Ook al zou Frans per abuis een foutief e-mailadres hebben genoteerd in de huurovereenkomst. Karin heeft immers de huurovereenkomst mede ondertekend en had de gegevens ook op juistheid moeten controleren. Frans moest er dus van uit kunnen gaan dat hij berichten naar dit adres mocht versturen, ook al heeft Karin na het sluiten van de overeenkomst via andere e-mailadressen heeft gecommuniceerd.
De uitspraak van de rechter was dat Karin het gehuurde moest ontruimen. Een tip van onze kant is, ondanks deze uitspraak, altijd huuropzeggingen te doen via een aangetekende brief. Dit schept voor beide partijen direct duidelijkheid. Een e-mail versturen met ontvangstbevestiging behoord ook tot de mogelijkheden, maar verdient ook geen voorkeur.